21 maart 2024
Eiwit in zweet kan beschermen tegen lyme
Ongeveer een derde van de mensen heeft een eiwit in hun zweet dat mogelijk beschermt tegen de ziekte van Lyme, blijkt uit een onderzoek van MIT en de Universiteit van Helsinki. De onderzoekers hopen de beschermende eigenschappen van het eiwit te benutten om een huidcrème te ontwikkelen die lyme helpt te voorkomen. En ze hopen dat het eiwit kan worden gebruikt om lyme te behandelen die niet reageert op antibiotica.
Dit artikel is een vertaalde, vereenvoudigde en ingekorte versie van het artikel van Anne Trafton in MIT-nieuws.
“Dit eiwit kan enige bescherming bieden tegen de ziekte van Lyme, en we denken dat dit eiwit kan leiden tot een middel om lyme te voorkomen en een middel om lyme te behandelen”, zegt Michal Caspi Tal, hoofdonderzoeker bij het Department of Biological Engineering van het MIT en één van de senior onderzoekers van deze studie.
Tal en haar collega Ollila begonnen deze studie een paar jaar geleden in de hoop te vinden welke genen iemand vatbaar maken voor de ziekte van Lyme. Ze gingen werken met een Finse databank die genetische informatie bevat van 410.000 mensen, samen met gedetailleerde informatie over hun medische geschiedenis.
In deze databank zijn ongeveer 7.000 mensen bij wie de diagnose lyme was gesteld. Hierdoor konden de onderzoekers zoeken naar genetische varianten die vaker werden aangetroffen bij mensen die de ziekte van Lyme hadden gehad, vergeleken met degenen die dat niet hadden.
Deze analyse bracht drie treffers aan het licht, waaronder twee immuunmoleculen die eerder in verband waren gebracht met de ziekte van Lyme. Hun derde hit was echter een complete verrassing: een secretoglobine genaamd SCGB1D2. Secretoglobines zijn een familie van eiwitten die een rol spelen bij de immuunreacties op infecties. De onderzoekers ontdekten dat dit specifieke eiwit voornamelijk wordt geproduceerd door cellen in de zweetklieren.
Om erachter te komen hoe dit eiwit de ziekte van Lyme zou kunnen beïnvloeden, creëerden de onderzoekers normale en gewijzigde versies van SCGB1D2 en stelden ze deze in het laboratorium bloot aan de lymebacterie.
Ze ontdekten dat de normale versie van het eiwit de groei van de lymebacterie aanzienlijk remde. Toen ze bacteriën echter blootstelden aan de gewijzigde versie, was er twee keer zoveel eiwit nodig om de bacteriegroei te onderdrukken.
Daarna ging het onderzoek verder met muizen. Muizen geïnjecteerd met lymebacteriën die waren blootgesteld aan het gewijzigde eiwit raakten geïnfecteerd met de ziekte van Lyme, maar muizen geïnjecteerd met bacteriën die waren blootgesteld aan de normale versie van het eiwit bleven gezond.
De onderzoekers weten nog niet zeker hoe dit eiwit de bacteriegroei remt. Ze zijn nu van plan om te onderzoeken of het aanbrengen van het eiwit op de huid van muizen, die dit van nature niet produceren, zou kunnen voorkomen dat ze besmet raken met de lymebacterie. Ze zijn ook van plan het eiwit te onderzoeken als behandeling voor lyme-infecties die niet reageren op antibiotica.
De onderzoekers benadrukken dat mensen die de beschermende versie van dit eiwit hebben nog steeds de ziekte van Lyme kunnen krijgen. Daar moet je wel vanuit gaan. Een factor die een rol kan spelen is of de persoon zweet als hij of zij wordt gebeten door een teek met de lymebacterie.
De wetenschappelijke publicatie